Ik adem uit. Mijn nek ontspant en mijn schouders zakken. Daar in de verte zie ik Vlieland. Een traan biggelt over mijn wang. Hier heb ik zo naar uitgekeken. Een weekend yoga op Vlieland. Ik kan niet meer. Eindelijk rust.
Ik word hard met mezelf geconfronteerd. De yoga houd ik niet vol en ik schrik hoe snel mijn spierkracht de afgelopen maanden achteruit gegaan is. Dat verklaart direct die versterkte vermoeidheid en de onvermijdelijke psychische dip die daar altijd mee gepaard gaat. Je kent ‘m wel. Uit ervaring weet ik: het antwoord is RUST. Niet elke dag doorkomen maar bewust rust inplannen. In plaats van paniek, zoals ik dat vroeger zou voelen, voel ik nu rust: ‘O ja dat was het! Dat is wat ik nodig heb. Ik was het alleen even vergeten in de hectiek van de laatste maanden’.
Een paar mooie gesprekken met mijn vriendin deed de rest. Ontspannen met een leeg hoofd kwam ik thuis. Normaal volgt dan een week fysiek bijkomen. Maar nu? Nu vertrok ik twee dagen later alweer. Naar de kust. Om te schrijven. Aan mijn nieuwe boek. Een spontaan idee. Toen een vriendin me mee vroeg wist ik eigenlijk wel dat dit veel te snel na het weekend Vlieland kwam. Maar hé, een paar dagen schrijven, zonder kids en man om me heen, aan het strand, wie kan daar nou nee tegen zeggen. Ik zou bijkomen, opladen en met een outline van mijn boek terugkomen. Manlief keek het hoofdschuddend aan. ‘Jij gelooft echt nog steeds in wonderen hè’, zei hij. Hoe irritant. Want natuurlijk had hij gelijk.
Dacht ik nou echt dat ik ‘s ochtends na een strandwandeling, gevolgd door yoga een paar uurtjes lekker ging schrijven? De eerlijkheid gebied me te zeggen: Ja, dat dacht ik. Dat hoopte ik. Dat wilde ik zo graag. Daar heb ik zo’n behoefte aan. Natuurlijk gebeurde dat niet. Hoe kun je jezelf na al die jaren nog zo voor de gek houden? Ik heb geen letter op papier gekregen.
Kotsmisselijk van moeheid was ik. Duizelig als ik liep. Pijnstillers weer uit de kast. Schuldgevoel naar mijn vriendin toe omdat ik niet fitter aanwezig kon zijn. Tot ik me ineens realiseerde dat ik me niet schuldig voelde maar rouw ervoer. Rouw omdat dit dus niet meer kan. Twee tripjes – ook leuke -na elkaar is gewoon te zwaar. Na een huilbui ervoer ik ook hier weer rust waar ik normaliter in de paniek stand zou schieten.
Die rust gaf me vertrouwen. Zo was het. Ik was het alleen even vergeten. Thuis kon ik me overgeven aan die rust. Letterlijk: ik was drie dagen compleet van de radar.
En nu? Ik kom net uit bad. Voor het eerst van mijn leven overdag in bad gezeten. Mijn agenda is leeg en dat blijft even zo. De medicijnen zijn weer uit de kast. Die heb ik nu weer nodig en ik vertrouw erop dat ik op een gegeven moment ook weer zonder kan. Per dag bekijk ik wat kan. En het begint weer te stromen. Creatieve ideeën poppen op. Die schrijf ik op in een mooi boekje. En dan klap ik dat boekje weer dicht en ga verder met rust. Dankbaarheid popt op. Voor dit leven, mijn gezin, mijn vriendinnen. Af en toe een traan. Maar dit keer vanuit rust en overgave. Wat een mooi begin om het jaar af te sluiten.