Afhankelijk

Je kunt pas onafhankelijk zijn als je afhankelijk durft te zijn. Een zin die bij mij blijft hangen. Is dit werkelijk waar?

Als ik terugdenk aan de begintijd dat ik ziek was, was hulp vragen geen optie. Ik dacht er simpelweg niet aan. Als ik ging wandelen bleef ik gerust een uur op een bankje zitten als ik niet meer terug kon lopen. Of in een cafeetje als ik geluk had. Waarom geen vriendin bellen om me op te halen? Of desnoods een taxi om me thuis te brengen. Het kwam gewoon niet in me op. Ik heb dat echt moeten leren.

Net zoals ik geleerd heb dat ik dingen moet delen. Dat het antwoord ‘goed hoor’, op de vraag hoe het met me gaat, niet werkt. Ook al heb ik geen zin om uit te weiden. Ik kan beter in één zin vertellen hoe het nu naar omstandigheden met me gaat om daarna het gesprek een andere kant op te sturen.n. Maar wat ik ook heb geleerd is dat het prima is om het soms wel uitgebreid over mijn ziekte te hebben. Dat de belangstelling van echte vrienden draait om mij als persoon en karakter, niet om de ziekte. Dat het niet erg is als ik een afspraak afzeg, maar dat het wel fijn is als ik dan meteen met een alternatief kom.

Dat ik goed voor mezelf moet zorgen, duidelijk grenzen aan moet geven en eerlijk moet zijn. Dat als ik iemand vraag om een boodschap te doen, ik geen kopje thee hoef aan te bieden. En als diegene dan gaat zitten om even bij te praten, ik gerust mag zeggen dat ik even rust nodig heb. Daarom deed diegene immers de boodschap.

Nu na een aantal jaren kan ik volledig onderschrijven dat je inderdaad pas onafhankelijk kunt zijn als je afhankelijk durft te zijn. Het duurt echt even voor je leert om je netwerk in te zetten om je te helpen. Om de hulp te bedenken die je nodig hebt. Om concreet te vragen waar je behoefte aan hebt. Het is een proces van vallen en opstaan. Neem er de tijd voor. Maar doe het, want pas dan ben je echt onafhankelijk!

Deze column is eerder geschreven en geplaatst in Sarcoscoop en in het boek ‘Tien onzichtbare jaren’.