De jongste is naar school. Ze gaat fluitend heen en komt moe maar blij terug. Ik heb het gevoel dat ik mijn taak gedaan heb. Twee gezonde kids op de basisschool. En nu. Wat te doen. De onrust die ik al een maand voel aankomen besluit ik eerst te gebruiken door enorm op te ruimen in huis. Iedere dag gaat er wel een vuilniszak de deur uit. Babyspullen, bewaarde kinderkleding, keukenspullen die al twee jaar niet gebruikt zijn, krantenbijlagen en tijdschriften die ik echt niet mee ga lezen, oude kleren, nog meer oude kleding en schoenen. De administratie blijft over en die gooi ik neer in een hoek. Te onrustig voor. Die ligt er nu nog. De laatste onrust negeer ik door enorm te gaan shoppen. Manlief kijkt het hoofdschuddend aan. Ik houd me wel aan mijn nieuwe motto ‘iets erin dus ook iets eruit’. Toch breng ik de helft weer terug. Het brengt me namelijk niks realiseer ik me.
Ik ben weer terug op het punt waar ik was voor de kinderen er waren. Dat ik ziek werd. En afgekeurd. Ik ben thuis. Wat nu. Angst. Wat als ik een taarten bakkende huismoeder wordt? Niets mis mee zei de medisch psycholoog destijds, als dat is wat jij wilt. En dat idee vliegt me dus steeds weer naar mijn strot. Dat wil ik niet! Ik pak mijn oude volgeschreven myokines er weer bij en lees: Blijf je verwonderen. Blijf bij jezelf. Zorg goed voor jezelf. Schrijf. Neem je rust en beweeg. Yoga. Niet te ver vooruit denken en geniet!
Dus ik duik achter de pc en schrijf!